Werknemer in geldzorgen, maar werkgever weet van niets
ma, 08 apr 2024 - 10:45
Werkgevers zijn nauwelijks op de hoogte van de financiële problemen waarmee veel van hun werknemers kampen. Van de mensen in loondienst is maar liefst 4 procent niet in staat om zijn rekeningen te voldoen, terwijl de werkgever hier in minder dan 1 procent van de gevallen bekend mee is. Deze werknemers melden zich vaker ziek en kunnen zich niet goed concentreren als gevolg van hun financiële situatie. De geïnformeerde werkgever kan maatwerk bieden met financiële steun en advies.
Slechts 20 procent van werknemers met financiële problemen geeft aan dat hun leidinggevende hiervan op de hoogte is, blijkt uit een enquête van ABN AMRO. Een kwart van personeel dat moeilijk rondkomt voelt zich niet veilig genoeg om hun situatie met de werkgever te bespreken. Daarnaast heeft 70 procent geen behoefte om hun financiële situatie op hun werk te bespreken. Een gemiste kans, omdat een werkgever veel mogelijkheden heeft om financieel kwetsbaar personeel te helpen.
Zo kunnen sommige werkgevers meer uren of een hoger salaris bieden als het inkomen ontoereikend is. Een werkgever kan ook een financieel vangnet opzetten voor personeel dat in de problemen komt. Daarnaast kan een werkgever hulpverleners inschakelen die personeel helpen om grip te krijgen op hun uitgaven en bijvoorbeeld met het aanvragen van toeslagen. Een open cultuur en vertrouwen op de werkvloer zijn nodig om het taboe op financiële gezondheid te doorbreken. Voor mensen die zich alsnog niet veilig genoeg voelen, kan de werkgever externe hulploketten aanbieden.
Investeren in financieel gezond personeel betaalt zich terug in productiviteit. Financiële problemen leiden namelijk tot stress en ziekteverzuim. Van de werknemers die moeilijk rondkomen geeft 25 procent aan dat ze zich slecht kunnen concentreren als gevolg van hun financiële situatie. Van degenen die wel net kunnen rondkomen geeft maar 6 procent dit aan en van mensen die makkelijk rondkomen maar 1 procent. Ook geeft 11 procent van de werknemers met financiële problemen aan dat ze langdurig ziek zijn geweest vanwege hun financiële situatie.
Om een beeld te krijgen van de financiële gezondheid onder mensen in loondienst en de rol van de werkgever heeft ABN AMRO een onderzoek laten uitvoeren door Ipsos I&O. Ruim 10.000 mensen in loondienst is gevraagd of zij in de afgelopen twaalf maanden aan verplichtingen en behoeften konden voldoen. De vervolgvragen gingen over inkomen, uitgaven, spaargedrag en schulden. Daarnaast zijn vragen gesteld over de gevolgen van de financiële situatie op de werkvloer en de rol van de werkgever. De uitkomsten zijn ingedeeld in drie groepen: een groep die moeilijk rondkomt, een groep die net rondkomt en een groep die makkelijk rondkomt. De respons van 2.127 is gewogen op leeftijd, geslacht en opleiding. Daarmee zijn de resultaten binnen de vergelijkingsgroepen representatief op deze kenmerken.
Gestegen kosten wegen zwaar op laagste inkomens
Werkgevers trekken veel geld uit om werknemers te compenseren voor de hoge inflatie. In sommige sectoren steeg het loon met meer dan 10 procent. Toch is dit voor de laagste inkomens niet altijd genoeg om van rond te komen. Zo geeft van de werkenden 4 procent aan moeilijk rond te komen. Ze kunnen niet alle rekeningen betalen of maken schulden. Daarnaast zegt 22 procent niet moeilijk, maar ook niet makkelijk rond te komen. Zij kunnen net alle rekeningen betalen. Bijna driekwart van de werkenden heeft minder last van de gestegen kosten. Zij geven aan makkelijk rond te komen.
Dat rekeningen moeilijk te betalen zijn komt onder andere door de inflatie. Waar in 2022 vooral energieprijzen stegen, zijn inmiddels alle kosten van levensonderhoud hoger. De kosten van eten, drinken en producten zijn vorig jaar verder gestegen. Bovendien zijn tijdelijke compensatiemaatregelen vanuit de overheid komen te vervallen. Zo is de energietoeslag verdwenen en de belasting op gas flink gestegen. En terwijl de zorgpremie bovendien stijgt, daalt de zorgtoeslag.
De gestegen kosten brengen mensen die het al krap hebben verder in de problemen. Negen van de tien mensen die moeilijk rondkomen hebben veel last van de gestegen kosten. Van de mensen die net rondkomen heeft bijna driekwart last van de gestegen kosten. Een stuk minder mensen die makkelijk rondkomen ondervinden hinder, namelijk een kwart.
Werkenden die moeilijk rondkomen passen dan ook vaker hun gedrag aan dan zij die makkelijk rondkomen. Door de gestegen kosten onderneemt 66 procent van degenen die moeilijk rondkomen minder vaak leuke activiteiten zoals naar de bioscoop, het theater of het museum. Onder degenen die makkelijk rondkomen onderneemt slechts 12 procent minder vaak leuke activiteiten.
Daarnaast gaan vooral werkenden die moeilijk rondkomen meer werken, minder auto rijden, minder lampen aanzetten, de verwarming lager zetten en korter onder de douche staan. De enige gevraagde besparing die ze minder vaak toepassen dan mensen die makkelijk rondkomen is het isoleren van hun huis. Waarschijnlijk omdat de investering te hoog is of omdat ze vaker in een huurhuis wonen.
Werkenden hebben niet altijd genoeg geld voor grotere uitgaven zoals een vakantie of schilderwerk. Ook hier is het verschil groot tussen werkenden die makkelijk rondkomen en moeilijk rondkomen. Zo heeft 92 procent van de mensen die makkelijk rondkomen voldoende geld voor grote uitgaven, tegenover 10 procent van hen die moeilijk rondkomen.
Financiële problemen komen overal voor
Hoewel de mate van rondkomen uiteraard sterk samenhangt met de hoogte van het salaris, komen financiële problemen in elke inkomensgroep voor. Onder mensen met een hoger inkomen neemt het percentage werkenden met financiële problemen wel sterk af. Vooral mensen met een deeltijd dienstverband komen moeilijk rond. Ook bij kleine bedrijven komen financiële problemen onder personeel vaker voor.
In alle sectoren werken mensen met financiële problemen, al is het niet gelijkmatig verdeeld. Cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) laten zien dat mensen met een laag inkomen vooral werken in de agrarische sector, de zorg, de horeca, de retail, de transportsector en de dienstverlening. Daarnaast komen financiële problemen vaker voor onder zzp’ers dan onder werknemers in loondienst.
Verzuim en concentratieverlies door financiële zorgen
Financiële problemen drukken zwaar op het welzijn. In een vroeg stadium gaat het soms om een enkele rekening die te laat betaald wordt. Als er niks verandert, stapelen de problemen zich daarna op. Mensen die moeilijk rondkomen kunnen hun situatie vaak niet overzien. In de enquête geeft twee derde van de werkenden die moeilijk rondkomen aan dat ze zich machteloos voelen over hun financiële situatie. Onder degenen die net rondkomen voelt een kwart zich machteloos en van werkenden die makkelijk rondkomen vrijwel niemand.
Werknemers die moeilijk rondkomen ervaren stress en kunnen zich daarom minder goed concentreren. Op den duur kunnen de zorgen ook leiden tot ziekteverzuim. In de enquête geeft 10 procent van de werknemers met financiële problemen aan zich wel eens ziek te melden vanwege hun financiële situatie, terwijl niemand van degenen die makkelijk rondkomen zich hierom ziek meldt. Van de werknemers die moeilijk rondkomen is ook 11 procent langdurig ziek geweest als gevolg van hun financiële situatie. Ook geeft een kwart van hen aan dat ze zich niet goed kunnen concentreren vanwege financiële zorgen. Dit ligt bij werknemers die net rondkomen op 6 procent en bij werknemers die makkelijk rondkomen op 1 procent.
Vooral werknemers in de transportsector, de industrie, retail, horeca, de zakelijke dienstverlening en de zorgsector voelen zich machteloos over hun financiële situatie. In deze sectoren zijn de financiële zorgen onder personeel meer aanwezig dan in de publieke sectoren als de overheid en het onderwijs. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de publieke sector werknemers meer zekerheid en betere arbeidsvoorwaarden biedt. Ook werken in de publieke sector minder mensen voor het wettelijk minimumloon, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Werknemers in de publieke sector hebben dan ook vaker voldoende spaargeld blijkt uit de enquête.
Werkgever meestal niet op de hoogte
Werknemers met financiële problemen bespreken hun situatie liever niet met de werkgever. Daarmee blijft de werkgever in onwetendheid, wat het lastig maakt om zijn personeelsleden te helpen. Slechts bij een op de vijf werknemers met financiële problemen is de leidinggevende op de hoogte. Collega’s (17 procent), een HR-medewerker (10 procent) en een vertrouwenspersoon (9 procent) zijn minder vaak op de hoogte.
Gevraagd naar de reden waarom mensen op het werk doorgaans niet op de hoogte worden gesteld, geeft ruim twee derde van de werknemers met financiële problemen aan dat ze geen behoefte hebben om hun verhaal te delen. Opvallend is dat een kwart zich niet veilig genoeg voelt om op het werk over hun financiële situatie te praten. Ook geeft een kwart aan dat ze er niet over praten omdat de leidinggevende niet naar hun financiële situatie vraagt. Verder geven sommige respondenten aan dat het bedrijf te klein is om vrijuit te spreken en anderen dat ze zich schamen voor hun financiële situatie. Loonbeslag leidt wel vaak tot een gesprek met de werkgever over de financiële situatie van de werknemer.
Het taboe doorbreken
Het taboe op financiële problemen moet worden doorbroken om het mogelijk te maken dat de werkgever kan helpen. Niet alleen heeft de werkgever vaak directe mogelijkheden om een werknemer financieel te steunen, ook beschikt een werkgever vaak over relevante kennis en een breed netwerk. Alleen een gesprek over de financiële situatie kan al perspectief bieden voor een werknemer die zich machteloos voelt. Voor het doorbreken van het taboe is een open cultuur, vertrouwen en regelmatig contact met leidinggevenden of personeelsbegeleiders nodig.
René ter Borgh, algemeen directeur van service- en onderhoudsbedrijf Ruitenheer, onderstreept het belang van het bespreekbaar maken van financiële problemen: “Wij vragen in functioneringsgesprekken uitgebreid hoe het privé met iemand gaat. We creëren ruimte om financiële problemen te melden en het is onder personeel ook bekend dat we te hulp schieten.” Overigens is het niet altijd makkelijk om hier achter te komen. “Er heerst een taboe op financiële problemen en zeker voor personeel met een andere culturele achtergrond is de drempel om erover te praten meestal te hoog.”
Werknemers denken niet snel aan hulp van hun werkgever. Mensen zijn gewend om voor zichzelf te zorgen en niet om hulp te vragen bij anderen. Werknemers die hulp willen krijgen met hun financiële situatie geven dan ook aan vooral hulp te willen van de overheid of gemeente. Zo wil 19 procent hulp van een schuldhulpverlener van de gemeente, 25 procent van een maatschappelijk werker, 37 procent van iemand anders van de gemeente en 38 procent van iemand van de rijksoverheid. Hieruit blijkt dat financiële zekerheid als taak van de overheid en niet als taak van de werkgever wordt gezien.
Maatwerk als wapen tegen financieel ongeluk
Een gemiste kans, omdat juist de werkgever veel mogelijkheden heeft voor maatwerk. Ter Borgh van Ruitenheer kijkt eerst naar de persoonlijke situatie van de werknemer voordat zijn bedrijf met oplossingen komt. Regelingen vanuit de overheid en gemeenten zijn generiek en kennen veel eisen. Een werkgever kan bijvoorbeeld personeel meer uren bieden, een eenmalige uitkering of een voorschot betalen, bepaalde uitgaven op zich nemen, een woonruimte regelen of een financieel expert inhuren. Let wel dat over verkapt salaris op basis van de werkkostenregeling ook, en vaak meer, belasting betaald moet worden.
Willem Los onderstreept het belang van maatwerk. Hij zet zich bij Nationale Nederlanden in voor financiële gezondheid en is betrokken bij de Nationale Coalitie Financiële Gezondheid (NCFG), een samenwerking waar publieke en private organisaties bouwen aan een financieel gezond Nederland. Deze coalitie werd vorig jaar door Koningin Máxima gelanceerd en inmiddels zijn veertig organisaties aangesloten, waaronder ABN AMRO. “Met een mkb-werkgroep proberen we mkb-ondernemers te ondersteunen met het vergroten van financiële gezondheid van medewerkers. We willen de ervaring van de coalitie zo breed mogelijk delen”, aldus Los.
Ook ABN AMRO hanteert een persoonlijke benadering voor zijn werknemers. Het Sociaal Fonds van de bank ondersteunt op incidentele basis werknemers met financiële problemen. Werknemers die buiten hun directe schuld problemen krijgen, bijvoorbeeld door ziekte of een echtscheiding, en niet in de schuldsanering zitten, kunnen aanspraak maken op eenmalige ondersteuning uit het Sociaal Fonds. Het fonds kan dan bijvoorbeeld de kosten van een schoolreisje of een laptop voor een kind op zich nemen, of een aanpassing aan een woonhuis realiseren zodat het bewoonbaar is voor iemand met een beperking.
Voor maatwerk moet wel eerst de persoonlijke situatie boven tafel komen. Toch kan de werkgever ook werknemers helpen voor wie de drempel te hoog is om zich uit te spreken. Een werkgever kan helpen bij de bewustwording van verschillende kanalen waarop de werknemer aanspraak kan maken, zoals een budgetcoach van de bank of externe schuldhulpverlening. Werkgevers kunnen personeel ook wijzen op de laagdrempelige website van Geldfit voor inzicht in hun financiële situatie. Na het invullen van een vragenlijst krijgt de geïnteresseerde relevante tips om vervolgens te worden doorverwezen naar een geschikt loket voor financiële ondersteuning. Geldfit heeft ook een hulpmiddel om te zien op welke toeslagen iemand recht heeft. Verder zetten Wijzer in Geldzaken en Het Nibud zich met hulpmiddelen en kennis in voor een financieel gezond Nederland.
Schuldhulpmethoden
Geldfit is een initiatief van de Nederlandse Schuldhulproute (NSR). De NSR is één van de schuldhulpmethoden die door SchuldenlabNL wordt opgeschaald. Ons doel is om lokale schuldhulpmethoden nationaal op te schalen, zodat alle gemeenten in Nederland er mee gaan werken. Negen methoden schalen we inmiddels op: ‘Hoe word je rijk?’, Jongeren Perspectief Fonds, Over Rood, Plinkr Nazorg, Socialdebt, Doorbraakmethode, Collectief Schuldregelen, De VoorzieningenWijzer en de Nederlandse Schuldhulproute.