Ministerie SZW: Nieuwsbrief Armoede en Schulden

do, 21 nov 2024 - 14:12

Wilt u meer weten over welke activiteiten het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderneemt op het vlak van Armoede en Schulden? Lees dan de nieuwsbrief van het Ministerie van SZW.

Met onder andere het nieuwe regeerprogramma, de nieuwe armoededefinitie, een update over de voortzetting van de financiering van de schoolmaaltijden en het energiefonds.

Daarnaast is in deze nieuwsbrief ook het bezoek van onze erevoorzitter Koningin Máxima, aan Plink Nazorg opgenomen.

Plinkr Nazorg

Deze zomer hebben staatssecretaris Nobel en koningin Máxima een werkbezoek gebracht aan het werkstation op Zuid in Rotterdam. Daar hebben zij kennisgemaakt met Plinkr nazorg; een van de initiatieven die door SchuldenlabNL wordt opgeschaald naar meer gemeenten. Dit is een coachingsmethode voor mensen met geldzorgen en hun financiële hulpverleners, om mensen te begeleiden naar een financieel gezonde toekomst. Hierbij wordt een eenvoudige app gecombineerd met live coaching. Inmiddels maken meer dan 30 gemeenten hier gebruik van. Gemeenten krijgen ook zicht op hoe financieel vaardig de deelnemers zijn geworden en welk vervolgtraject het beste bij hun zou passen. Nieuwsgierig naar hoe Plinkr werkt en of het ook voor uw gemeente waardevol is, kijk dan op www.plinkr.nl.

In Rotterdam werkt Plinkr Nazorg samen met ‘Gers met Geld’: dit project helpt Rotterdammers na een traject van schuldhulpverlening, bewindvoering en budgetbeheer. Zo krijgen de deelnemers aan Gers met Geld via de app van Plinkr Nazorg iedere week opdrachten over financiële onderwerpen, die daarna samen met een coach worden besproken. Een aantal inwoners en coaches deelden hun ervaringen met deze methode. Meer over dit bezoek leest u op Werkbezoek aan Plinkr nazorg in Rotterdam.

U kunt de nieuwsbrief van 20 november 2024 hieronder lezen:

____________________________________________________________________________________________ 

logo
20 november 2024

Nieuwsbrief Armoede en schulden

Inhoudsopgave

  1. Nieuw regeerprogramma
  2. Nieuwe gezamenlijke armoededefinitie
  3. Interdepartementaal onderzoek schulden
  4. Voortzetting financiering schoolmaaltijden
  5. Je moet een beetje geluk hebben met wie je tegenkomt. In gesprek met Tamara Jones, ervaringsdeskundige Professional
  6. Energiefonds
  7. Toegang tot drinkwater
  8. Casuïstiektafel Klimaatrechtvaardigheid
  9. Ontwikkelpad Energiehulp
  10. Campagne ‘Geldstress’ voor jongeren
  11. Onderzoek preventieve interventies
  12. Jeugdeducatiefonds treedt als partner toe tot Sam& voor alle kinderen
  13. Plinkr Nazorg: na geldzorgen een blijvend financiële gezonde toekomst
  14. Gemeenten aan de slag met de basisdienstverlening schuldhulpverlening
  15. Betere samenwerking huisartsen en schuldhulpverlening
  16. Ondernemers op de routekaart Financiële Zorgen
  17. Elke gemeente in Nederland een eigen Sociale Voedseltuin

1. Nieuw regeerprogramma

Begin september heeft Kabinet Schoof haar regeerprogramma gepresenteerd. Hierin zijn naast het verstevigen van de koopkracht, ook maatregelen aangekondigd om de armoede- en schuldenproblematiek aan te pakken. Dit zijn maatregelen zoals een integraal schuldenoverzicht, de pauzeknop, vroegsignalering, een rechtvaardige energietransitie en verbetering van de kwaliteit van de schuldhulpverlening.

In het voorjaar wordt een Nationaal Programma Armoede en Schulden gepresenteerd, als vervolg op de aanpak Geldzorgen, armoede en schulden. Dit wordt een interdepartementale en interbestuurlijke aanpak. De maatregelen in dit programma worden de komende maanden meer in detail uitgewerkt. Bij de uitwerking worden alle partners in het werkveld betrokken, zoals gemeenten, ministeries, bedrijven, werkgevers, uitvoeringsorganisaties, het maatschappelijke middenveld en ervaringsdeskundigen.

2. Nieuwe gezamenlijke armoededefinitie

Op 17 oktober hebben het CBS, SCP en het Nibud een nieuwe gezamenlijke armoededefinitie gepubliceerd. Deze nieuwe definitie is een rekenkundige benadering van wat een huishouden nodig heeft om van te leven en mee te kunnen doen in de maatschappij. Uitgangspunt zijn de minimumvoorbeeld-begrotingen van het Nibud. Er is voor het eerst rekening gehouden met vermogen. Huishoudens worden niet meer als arm geteld als de vermogensbuffer groter is dan de jaarlijkse armoedegrens. 

Voor een alleenstaande is dat 18.141 euro. Hierbij gaat het enkel om vrij opneembaar vermogen. Ook worden voor het eerst de daadwerkelijke individuele lasten van huur en energie meegenomen. Hierdoor wordt de situatie van huishoudens met hogere kosten dan gemiddeld, beter meegenomen. 

Volgens de nieuwe rekenmethode leefden 540 duizend (3,1%) mensen en 115 duizend (3,6%) kinderen in 2023 in armoede. Het berekende aantal mensen en kinderen dat leeft onder de armoedegrens is per saldo gedaald ten opzichte van eerdere methodes. Het gemiddelde inkomenstekort is opgelopen van 10% in 2018 naar 16% in 2023. Dit komt omdat de groep die 15% of meer aan inkomen tekort komt een relatief groter onderdeel uitmaakt van de totale groep onder de armoedegrens. Het aantal personen dat 15% of meer aan inkomen tekort komt is in 2023 ten opzichte van 2018 niet toegenomen. Naast de mensen die onder de armoedegrens leven, is er een aanzienlijke groep die net boven de armoedegrens leeft met weinig vermogen.

Eind van dit jaar komt het kabinet met een reflectie op de nieuwe armoededefinitie en de gevolgen voor de armoededoelstellingen. In Q1 2025 worden uitgebreidere resultaten over armoede volgens de nieuwe methode gepubliceerd door het CBS. In maart van 2025 komt het CPB met een raming over armoede voor 2024 en 2025 volgens de nieuwe rekenmethode.

3. Interdepartementaal onderzoek schulden

Op 27 juni jl. is het eindrapport van het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) problematische schulden aangeboden aan de Tweede Kamer. In het rapport worden de belangrijkste knelpunten in de schuldenketen beschreven en wordt een basispakket aan maatregelen voorgesteld om schulden te voorkomen, de kostenoploop te verlagen en de totale duur dat mensen te maken hebben met problematische schulden te verkorten. 

Om overzicht te creëren in deze complexe keten, onderscheidt het IBO drie componenten in de schuldenketen die elk hun specifieke knelpunten kennen: 1) daar waar schulden ontstaan, 2) daar waar schulden worden ingevorderd en 3) daar waar schulden worden opgelost. Deze drie componenten moeten in samenhang worden bezien om het vraagstuk van problematische schulden te kunnen begrijpen en op te lossen. 

Naar aanleiding van het IBO problematische schulden is een Kamerbrief opgesteld waarin het kabinet de visie en beleidsagenda uiteenzet op het terrein van problematische schulden en reageert op de aanbevelingen uit het IBO

Het kabinet trekt in 2025 € 24 miljoen uit, oplopend naar € 100 miljoen in de periode 2028 tot en met 2030. En vanaf 2031 structureel € 75 miljoen voor een samenhangend pakket aan maatregelen dat voortbouwt op het basispakket IBO, zoals het ontwikkelen van een integraal schuldenoverzicht, het verbeteren van vroegsignalering en het uitwerken en implementeren van een kwaliteitskader schuldhulpverlening.

4. Voortzetting financiering schoolmaaltijden

Het Kabinet Schoof heeft aangekondigd de huidige financiering van de schoolmaaltijden structureel door te zetten. Om voldoende tijd te kunnen nemen voor een weloverwogen inrichting van het structurele programma wordt het programma in de huidige vorm doorgezet tot het einde van het schooljaar in de zomer van 2026. OCW en SZW trekken samen op in de vormgeving van het structurele programma.

Het huidige Programma Schoolmaaltijden is in maart 2023 vormgegeven door het ministerie van OCW, als vervolg op de noodondersteuning die in de winter van 2022 werd opgestart door het ministerie van SZW en het ministerie van OCW. Het programma wordt uitgevoerd door het Jeugdeducatiefonds en het Nederlandse Rode Kruis. 

Scholen komen in aanmerking voor deelname aan het programma als minimaal 30% van hun leerlingen uit een huishouden komt met een laag inkomen. Deelnemende scholen kunnen kiezen voor het zelf organiseren en aanbieden van maaltijden op school, of voor het verstrekken van boodschappenkaarten aan de ouders/verzorgers waarmee deze zelf extra eten kunnen inkopen voor hun kind(eren). 

5. Je moet een beetje geluk hebben met wie je tegenkomt. In gesprek met Tamara Jones, ervaringsdeskundige Professional
tj
Tamara Jones

Tamara werkt als ervaringsdeskundige professional op de SZW programmadirectie Armoede en Schulden. Dit betekent dat zij haar kennis en ervaring uit de tijd dat ze geldzorgen had, inzet om de beleidsadviseurs te ondersteunen bij het maken van beleid. Tamara is gedetacheerd vanuit Sterk uit Armoede. Maar aan dit verhaal gaat een heel andere periode vooraf.

Onveilige jeugd

Tamara groeit op in een omgeving waar zowel psychisch, lichamelijk en seksueel geweld plaatsvindt. Als jong kind kan ze niet veel anders dan dit accepteren maar als jong volwassene vlucht ze in een verslaving. Een verslaving die haar helpt om groot verdriet en onbegrip te kunnen verdringen. Een lange herstelperiode volgt. In deze herstel periode leert ze mentaal veerkrachtig te worden en los te komen van haar verslaving. Zo lukt het ook om de aan intergenerationele armoede gerelateerde problemen een plek te geven. Op 16 jarige leeftijd ontmoet ze een jongen met wie ze op 20 jarige leeftijd trouwt. Hoewel ze uiteindelijk 19 jaar samen zijn, waarvan 12,5 jaar getrouwd, kenmerkt ook deze periode zich door onveiligheid en vlucht ze uiteindelijk om hier een punt achter te kunnen zetten. Ze laat dan alles achter.

Zwanger en geen dak boven het hoofd

De woning die zij samen met haar ex heeft staat dan onder water. Tamara heeft geen enkel bezit en besluit afstand te doen van de woning. Wat volgt is 1 ½ jaar dakloosheid; uitgeput en verzwakt zakt ze op een gegeven moment op straat in. Ze wordt opgenomen en blijkt naast ondervoeding en uitdroging, ook 8 weken zwanger te zijn. Inmiddels heeft ze een nieuwe man leren kennen, ook met schulden en daarnaast veel gezondheidsproblemen. Tamara heeft geen identiteitspapieren en omdat ze geen vast verblijfadres hebben kunnen ze geen uitkering krijgen. Ze hebben geen idee welke ondersteuningsmogelijkheden er zijn en daarnaast speelt schaamte ook een grote rol. De burgemeester van de gemeente waar ze in elkaar stort, regelt een paspoort. Als ze 7 maanden zwanger is krijgt ze uiteindelijk via een particuliere verhuurder, een dak boven haar hoofd. Alhoewel ze daar heel blij mee zijn is de situatie nog steeds heel schrijnend. Meubilair, naast een bankje, is er niet, en ook geen spullen voor de baby die gaat komen.

In een kleine gemeente heb je meer kans dat ze je echt kennen

Ze moet 2 weken wachten op de uitkering waar ze eindelijk aanspraak op kan maken. In de tussentijd is ze wel in beeld bij de gemeente en komen twee maatschappelijk werkers op bezoek die ze angstvallig buiten de deur houdt. Vooral omdat ze zich schaamt. Maar deze dames geven niet op en staan na 5 uur weer aan de deur met een lamp, een warme deken en een radio.

De lamp voor wat meer sfeer, er was alleen TL verlichting in de keuken, de warme deken om het wat aangenamer te maken en de radio om de stilte te doorbreken. Dit was ook het moment dat ook bij Tamara het zwijgen doorbrak. Ze had voor het eerst het gevoel dat ze niet alleen werd gezien als mens met problemen, maar ook als mens met levensbehoeften.

Het geld van de uitkering moest je toen nog echt gaan ophalen; in het dorp 14 kilometer verderop. Maar de hoogzwangere Tamara en de vader van het ongeboren kindje hadden geen auto of fiets en eigenlijk ook geen geld voor een bus. Een ambtenaar van de gemeente is samen met de partner naar de buurgemeente gereden om het voorschot op te gaan halen “Het is een klein dorp en dit was wel een van de voordelen. Je moet ook geluk hebben met wie je tegenkomt”.

Van schulden naar het volgen van een opleiding 

Intussen waren her en der wel schulden ontstaan, ook omdat er lange tijd geen inkomsten waren. Tamara was te trots om een schuldhulptraject te doorlopen, ook omdat ze een boekhoudkundige achtergrond had en slim genoeg om te snappen hoe je zelf de zaken op een rijtje kon krijgen. Deze eigen regie maakte haar sterker en betekende ook dat ze niet meer hoefde te lenen en bij de laatste aflossing ook echt klaar was.

In de gemeente waar ze woont zat een heel bevlogen wethouder die naar Belgisch voorbeeld echt stappen wilde zetten in het armoedebeleid. En via een maatschappelijk werkster werd Tamara in 2014 gevraagd om een opleidingstraject als ervaringsdeskundige te gaan volgen bij Mens en Maatschappij (nu Expertisecentrum Sterk uit Armoede). 

Aan het werk als ervaringsdeskundige

Vanuit het project Kansrijke Start zochten ze in 2017 iemand die in het project kan participeren en Tamara meldt zich als vrijwilliger aan. Ze is dan zwanger van haar 2e kind. Een van haar eerste klussen was het verbeteren van de vragenlijsten die bij de aanvraag van de subsidie door gemeenten worden gebruikt. 

Vanaf 2022 werkt ze bij Expertisecentrum Sterk uit Armoede, waar ze begon met 2 uur per week en inmiddels haar handen vol heeft aan een full time baan. Zo organiseert ze kennistafels, vertelt ze haar verhaal, geeft ze workshops en traint ervaringsdeskundigen. En, belangrijkste, sinds augustus 2024 kijkt, denkt en adviseert ze mee op de beleidsplannen van de SZW programmadirectie Armoede & Schulden. Momenteel is ze betrokken bij het onderwerp 'Interdepartementale samenwerking rond kwetsbare gezinnen met kinderen/ kinderarmoede'. Ze geeft ook adviezen over de toegevoegde waarde van het betrekken van ervaringsdeskundigen, zodat beleidsstukken beter aansluiten bij de behoefte van de inwoner. Ook werkt ze met het support team innovatie en met andere collega’s aan hoe SZW op de juiste en snelste manier ervaringen van buiten naar binnen kan organiseren.

Tips van Tamara:

  1. Formuleer zorgvuldig welke vraag je gaat stellen aan een ervaringsdeskundige die je wilt toevoegen aan je team. Want hoe scherper deze is geformuleerd; hoe meer kans dat voor iedereen het beste resultaat wordt bereikt. Er is een groot verschil in kennis en ervaring die een ervaringsdeskundige meebrengt. Hoe duidelijker de vraag; hoe groter de kans om de juiste ervaringsdeskundige te betrekken.
  2. Om beleid nog effectiever te maken en nog beter te laten aansluiten bij de leefwereld van de eindgebruiker, heb je drie onderdelen nodig:
    1. Wetenschappelijke kennis
    2. Praktijk kennis
    3. Kennis over de leefwereld van de eindgebruiker

6. Energiefonds

Het kabinet blijft oog houden voor de betaalbaarheid van de energierekening. Onder andere via gerichte maatregelen op het vlak van koopkracht en inkomenszekerheid draagt het kabinet daar aan bij. Voor zowel 2025 als 2026 heeft het kabinet 60 miljoen gereserveerd om een energiefonds in te richten dat steun biedt aan huishoudens die hun energierekening niet kunnen betalen. Op dit moment is het kabinet nog met diverse partijen, zoals een aantal energieleveranciers, woningcorporaties, banken, gemeenten en maatschappelijke organisaties, in gesprek over hoe dit vorm kan krijgen. Alle partijen willen werken aan een meer lange termijn oplossing in plaats van alleen een tijdelijke compensatie op de energierekening. Hierbij is ondersteuning voor kwetsbare huishoudens bij de verduurzaming essentieel. Dit vraagt meer uitwerking. We zijn er ons van bewust dat adequate en snelle steun voor deze huishoudens gewenst is, maar we zien ook het belang van duurzame hulp. Meer informatie over de aanpak van energiearmoede kunt u lezen in de brief van de ministeries van KGG, VRO en SZW aan de Tweede Kamer.

7. Toegang tot drinkwater

Door armoede en schulden kan de rekening van water soms niet betaald worden. Hierdoor wordt de toegang tot drinkwater belemmert. In de aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden wordt zowel gewerkt aan het voorkomen en verminderen van (kinder)armoede en schulden als het voorzien in basisbehoeften. Drinkwater is een basisbehoefte en zeker kinderen moeten hier altijd toegang toe hebben. In maart 2024 oordeelde de rechter in een arrest dat de Nederlandse Staat en (twee) drinkwaterbedrijven onvoldoende doen om te voorkomen dat minderjarige kinderen in een situatie terecht kunnen komen waarin zij niet voldoende toegang hebben tot drinkwater. Het arrest vroeg actie op twee gebieden: de drinkwaterbedrijven moesten direct zorgen dat kinderen weer toegang kregen tot voldoende drinkwater en de Staat moest het afsluitbeleid verbeteren. In augustus heeft staatssecretaris Jurgen Nobel samen met Minister Madlener een brief gestuurd over de drinkwatervoorziening voor kinderen en hoe zij het afsluitbeleid gaan verbeteren. De Kamerbrief met meer informatie is hier te vinden.

8. Casuïstiektafel Klimaatrechtvaardigheid

Tijdens de Casuïstiektafels Klimaatrechtvaardigheid kwamen knelpunten bij VvE-verduurzaming en de warmtetransitie aan bod. Hierin onderzocht men hoe overheidsmaatregelen soms onbedoeld nadelig uitpakken voor bewoners en welke oplossingen mogelijk zijn. De doorbraakmethode van het Instituut voor Publieke Waarden (IPW-Klimaatwerk) werd ingezet om deze knelpunten vroegtijdig te signaleren en beleidsaanpassingen te stimuleren.

In Amsterdam vond een experiment plaats met het VvE-vangnet: een samenwerking tussen overheden en maatschappelijke partners om beleidseffecten vroegtijdig te signaleren en ondersteuning te bieden aan VvE-bewoners die door verduurzaming hun woonzekerheid in gevaar zien komen. Door de positieve resultaten volgt binnenkort een landelijk experiment VvE-vangnet met vijf grote gemeenten.

Met klimaatwerk bouwt IPW korte trajecten waarmee inwoners, organisaties en overheden snelle stappen vooruit kunnen zetten die bijdragen aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen. Het startpunt is een lokaal plan of initiatief dat bijdraagt aan verduurzaming, bijvoorbeeld het stoppen met gasverbruik. Met de ‘Klimaatdoorbraakmethode’ stellen ze vast waar het nu knelt om het plan tot uitvoering (of opschaling) te brengen en werken ze aan een concrete oplossing. Zo voorkomt de aanpak dat initiatieven onnodig vastlopen in wetten, regels en gebrekkige samenwerking.

 9. Ontwikkelpad Energiehulp

Dit najaar wordt het Ontwikkelpad Energiehulp voor energiehulpen opgeleverd door de technische sector. Energiehulpen, zoals energiefixers en energiecoaches, worden ingezet om huishoudens te ondersteunen met energiebesparende maatregelen en energiebesparend advies. Dit is belangrijk om woningen te verduurzamen en mensen te helpen met het omlaag brengen van hun energieverbruik. Het Ontwikkelpad laat zien hoe energiehulpen zich tijdens het werk kunnen ontwikkelen en welke doorstroommogelijkheden zij hebben naar beroepen in de sectoren van de techniek, bouw en energie.

Op deze manier blijven alle energiehulpen, ook die met een grotere ondersteuningsbehoefte, behouden voor de energietransitie. Vanaf eind dit jaar werken we samen met RVO aan de implementatie van het Ontwikkelpad Energiehulp via sessies met gemeenten, woningcorporaties en energiehulpdiensten. Lees voor meer informatie over ontwikkelpaden dit artikel.

10. Campagne ‘Geldstress’ voor jongeren

geldstress
Campagnelancering Geldstress

Minder dan een derde van de jongeren met geldzorgen weet de weg naar professionele hulp te vinden, blijkt uit een peiling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Jongeren weten niet goed waar ze terecht kunnen voor hulp. Belangrijke barrières in hun zoektocht zijn de overtuiging dat ze het zelf moeten oplossen (35%), schaamte (28%) of niet willen dat anderen zich ermee bemoeien (18%).

Daarom startten het ministerie en Geldfit de campagne ‘Geldstress’. De campagne loopt tot eind december. Doel is jongeren (18-27) met geldstress – 52% van de ondervraagden – in een vroeg stadium te bereiken om zo problematische schulden te voorkomen. 

Doe mee!

Hoe meer partijen aandacht besteden aan dit onderwerp, hoe meer jongeren eerder een stap naar hulp zetten. Daarom willen we gemeenten en bedrijven oproepen om de campagne te delen. Onze campagnematerialen zijn te vinden op de campagnetoolkit van de Rijksoverheid. 

Hiervoor hebben we ook de actie ‘geldstressbusters’ bedacht: een groep mensen die jongeren op een grappige en laagdrempelige manier informeren over hulp via Geldfit. Ze hebben een speciale outfit aan en delen stressballen uit. Wil je zelf ook een geldstressbusteractie organiseren? Dat kan, neem dan contact op met Meike Skolnik. Ook voor andere vragen over de campagne.

11. Onderzoek preventieve interventies

Om een beter beeld te krijgen van wat werkt bij de preventie van geldzorgen, heeft SZW onderzoek laten doen naar een dertigtal initiatieven. Dit is een dwarsdoorsnede van een veel groter aantal interventies om geldzorgen, armoede en schulden te voorkomen en vroeg aan te pakken.

Doel van het onderzoek was om te zien wat werkt, wat werkzame elementen (kunnen) zijn, en voor welke doelgroepen de interventies bruikbaar zijn. Ook bevat het rapport veel informatie over verschillende vormen van preventie. Dit kan gemeenten en andere organisaties helpen om de keuze tussen interventies makkelijker te maken en hun preventiebeleid te versterken. U vindt het rapport Preventie van geldzorgen, schulden en armoede hier. 

Ook zijn recent nieuwe onderzoeken verschenen in de reeks Eerder uit de schulden: wat werkt?

Tot slot heeft de VNG recent een Handreiking aan de slag met preventie van schuldengepubliceerd, waarin onder andere aandacht is voor levensgebeurtenissen, financiële educatie, stappen in het gemeentelijke beleidsproces en samenwerken in de keten.

12. Jeugdeducatiefonds treedt als partner toe tot Sam& voor alle kinderen 

sam
Sam&

Het Jeugdeducatiefonds is deze zomer als 5e partner toegetreden binnen Sam& voor alle kinderen. Sam& bestond al uit Leergeld Nederland, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Stichting Jarige Job en Nationaal Fonds Kinderhulp.

Met deze 5e partner kan de gezamenlijke missie nog beter vervuld worden. De organisaties vinden namelijk dat elk kind dat in Nederland opgroeit in een gezin met geldzorgen volwaardig moet kunnen deelnemen aan activiteiten die voor hun leeftijdsgenoten vanzelfsprekend zijn. 

Ontwikkelingskansen vergroten

Als geldgebrek een belemmering is in de ontwikkeling van een kind, kan de school een beroep doen op ondersteuning via het Jeugdeducatiefonds. Scholen kunnen een aanvraag indienen voor een individueel kind, bijvoorbeeld voor een bed, leesboeken voor thuis, dyslexietesten, kindercoaching of ondersteuning bij de thuissituatie. Daarnaast worden ook educatieve groepsaanvragen, zoals een bezoek aan het museum of theater, maar ook busvervoer naar een schoolreis of extra leermateriaal voor de hele klas, vergoed. Door de samenwerking kunnen deze scholen nu ook makkelijk een breed pakket aan voorzieningen aanvragen voor kinderen van hun school, zoals een verjaardagsbox, fiets, laptop of de contributie voor sport- of muziekles. Ook wordt er op lokaal niveau gekeken naar een optimale afstemming tussen alle partijen, de agendering van thema's rond kinderarmoede, kennisdeling, gezamenlijke lobbyvoering en verbindend uitvoeren.

Hans Spekman, directeur van het Jeugdeducatiefonds: “Kinderen die opgroeien in armoede doen het minder goed op school en dat ligt niet aan hun verstand. Onuitstaanbaar vind ik dat. Met deze samenwerking kunnen we er nog meer aan doen om deze kinderen gelijke ontwikkelingskansen te geven.”

 13. Plinkr Nazorg: na geldzorgen een blijvend financiële gezonde toekomst

Deze zomer hebben staatssecretaris Nobel en koningin Máxima een werkbezoek gebracht aan het werkstation op Zuid in Rotterdam. Daar hebben zij kennisgemaakt met Plinkr nazorg; een van de initiatieven die door SchuldenlabNL wordt opgeschaald naar meer gemeenten. Dit is een coachingsmethode voor mensen met geldzorgen en hun financiële hulpverleners, om mensen te begeleiden naar een financieel gezonde toekomst. Hierbij wordt een eenvoudige app gecombineerd met live coaching. Inmiddels maken meer dan 30 gemeenten hier gebruik van. Gemeenten krijgen ook zicht op hoe financieel vaardig de deelnemers zijn geworden en welk vervolgtraject het beste bij hun zou passen. Nieuwsgierig naar hoe Plinkr werkt en of het ook voor uw gemeente waardevol is, kijk dan op www.plinkr.nl.

In Rotterdam werkt Plinkr Nazorg samen met ‘Gers met Geld’: dit project helpt Rotterdammers na een traject van schuldhulpverlening, bewindvoering en budgetbeheer. Zo krijgen de deelnemers aan Gers met Geld via de app van Plinkr Nazorg iedere week opdrachten over financiële onderwerpen, die daarna samen met een coach worden besproken. Een aantal inwoners en coaches deelden hun ervaringen met deze methode. Meer over dit bezoek leest u op Werkbezoek aan Plinkr nazorg in Rotterdam.

 14. Gemeenten aan de slag met de basisdienstverlening schuldhulpverlening

bm
Beeldmerk Basisdienstverlening

Het kabinet, de VNG, NVVK en Divosa werken samen aan schuldhulpverlening van hoge kwaliteit in alle gemeenten. Het actieplan, sinds 15 juli 2024 online, biedt gemeenten inzicht in hoe zij aan de slag kunnen gaan met de basisdienstverlening.

 Zo bevat het handvatten voor het aansluiten op de Verwijsindex Schuldhulpverlening. Of voor het inzetten van een saneringskrediet. Ook staan elementen beschreven voor de middellange en lange termijn, waarvan sommige nog ontwikkeld worden. In oktober is de handreiking ‘Convenant Lokale Overheid’ gepubliceerd. Dit bevat handvatten en concrete tips om het proces van minnelijke schuldhulpverlening efficiënter te maken en maatschappelijk verantwoord te incasseren. Dit bespaart de lokale overheid als schuldeiser tijd en onnodige incassokosten. In november is de handreiking ‘Het begeleiden van inwoners vanuit de elementen basisdienstverlening’ gepubliceerd, die gemeenten ondersteunt bij het opzetten, optimaliseren en uitvoeren van de begeleiding van inwoners met geldzorgen vanuit 10 elementen uit het actieplan.

15. Betere samenwerking huisartsen en schuldhulpverlening

Ruim een derde van alle Nederlandse huishoudens heeft moeite met rondkomen. Geldzorgen en schulden kunnen leiden tot gezondheidsproblemen, zowel lichamelijk als psychisch. Een goede samenwerking tussen huisartsen en schuldhulpverlening is daarom nodig. Ondanks de vertrouwensband met de huisarts geven veel patiënten niet snel uit zichzelf aan dat zij financiële problemen hebben. Schaamte speelt hierbij een rol. Dit vraagt van huisartsen dat zij kunnen signaleren dat er mogelijk niet-medische problemen spelen en dat zij dit bespreekbaar maken. Vervolgens is een warme doorverwijzing naar het sociaal domein belangrijk. In Nederland bestaan er tal van goede voorbeelden hoe deze samenwerking georganiseerd kan worden, maar vindt samenwerking nog niet overal plaats. Ben je benieuwd hoe je hier als huisarts of gemeente aandacht aan kunt besteden? De webpagina “Samenwerking tussen huisartsen en schuldhulpverlening | Onderzoek en instrument | Toezicht Sociaal Domein”biedt een overzicht van tips en alle mogelijkheden. 

16. Ondernemers op de routekaart Financiële Zorgen

vng
Ondernemerspoor

Een grote groep ondernemers bevindt zich in zwaar weer door onder andere het terugbetalen van corona-steunmaatregelen, hoge inflatie en een krappe arbeidsmarkt. Het is belangrijk dat deze ondernemers passende ondersteuning krijgen.

Op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening kunnen ondernemers als natuurlijk persoon een beroep doen op ondersteuning van hun woongemeente. Ondernemers met financiële zorgen mogen ondersteuning verwachten bij het creëren van overzicht over hun financiën, het stabiliseren van hun financiële situatie en het contacteren van schuldeisers om schulden te regelen.

Meer houvast voor gemeenten

Het Spoor van de ondernemer op de routekaart Financiële Zorgen biedt gemeenten houvast bij het bieden van hulp aan ondernemers met geldzorgen. Gemeenten krijgen via dit spoor concrete handvatten, ondersteuning en voorbeelden van effectieve interventies aangeboden. Het Spoor van de ondernemer is gebaseerd op de ideale reis van ondernemers en biedt een basis voor de uitvoering van preventie, vroegsignalering, regelen van schulden, begeleiding en nazorg. Daarbij is er niet alleen aandacht voor de rol van de schuldhulpverlener, maar ook voor de beleidsmedewerker, jurist, communicatieadviseur en informatiekundige. 

Het Spoor van de ondernemer staat op De routekaart Financiële Zorgen | VNG, een product van het VNG-programma Verbinden Schuldendomein. De VNG biedt nog meer ondersteuning aan gemeenten rond de doelgroep Ondernemers met financiële zorgen. Zie hiervoor de projectpagina Ondernemers uit de financiële zorgen | VNG.

17. Elke gemeente in Nederland een eigen Sociale Voedseltuin

Quitta (46) uit Heerenveen kreeg via de Voedselbank een folder van de Sociale Voedseltuin, die ze nu sinds vier maanden bezoekt. ‘Groente is in de winkel voor mij niet te betalen. Dus dit is ideaal. We eten nu elke dag minstens twee soorten.’ Niet alleen eet ze gezonder, ook houdt ze nu iets meer geld over voor andere dingen. ‘Jazeker, ik heb nu meer financiële ruimte’, verzekert ze. ‘Het scheelt echt in je portemonnee’

Het concept Sociale Voedseltuin is nog relatief jong. Het concept is enerzijds gericht op het duurzaam produceren van gezond en vers voedsel op een wijze die bijdraagt aan biodiversiteit en natuur. Anderzijds streeft een dergelijke tuin gelijktijdig op een integrale wijze meerdere sociale doelen na. Zoals het tegengaan van ongelijkheid, mensen in beweging krijgen, eenzaamheid voorkomen, participatie bevorderen, voedselzekerheid en voedseleducatie stimuleren. Door het concept van de sociale voedseltuin te integreren in het lokale en regionale sociaal beleid, kan effectief en concreet bijgedragen worden aan het bereiken van deze doelen. Dit alles om de gezondheid, het welzijn en participatie van gezinnen die tot de lagere inkomensgroepen behoren structureel te verbeteren. 

Gezond eten is belangrijk om je goed te voelen en ziekten te voorkomen. Toch is het voor veel mensen niet makkelijk om gezonde voedingskeuzes te maken. In 2023 leefden er in Nederland circa 540 duizend mensen onder de armoedegrens, en 1,2 miljoen mensen hadden een inkomen tot 125% van de armoedegrens – dus net daarboven. Aldus de nieuwe armoededefinitie die het CBS, SCP en het Nibud in oktober 2024 hebben gepubliceerd. De verwachting is dat dit aantal de komende tijd verder zal toenemen (o.a. CPB 2023).

In 2023 kregen de twee succesvolle Sociale Voedseltuinen van Stichting Sociaal en Vitaal en Stichting De Pluimerije de gelegenheid om met een projectsubsidie van het ministerie van SZW twee nieuwe voedseltuinen op te starten in Friesland en Drenthe. Nu deze pilot is afgerond blijkt het succes en de bewezen aanpak te leiden tot interesse bij andere gemeenten in Noord-Nederland, op plekken waar ook sprake is van (voedsel)armoede.

De initiatiefnemers van Sociale Voedseltuinen Nederland willen de komende drie jaar in Noord-Nederland zeven sociale voedseltuinen operationeel hebben. De tuinen voorzien ongeveer 1800 huishoudens (4000 tot 7000 mensen) wekelijks van voldoende onbespoten groenten, fruit, aardappelen en kruiden voor meerdere gezonde maaltijden per week. Deels gebeurt dit via de lokale Voedselbank, deels via zelfoogst. Hierbij wordt samengewerkt met zorgverzekeraar De Friesland, de betreffende gemeenten, de Rabobank, hulporganisaties en een aantal grote bedrijven die maatschappelijk betrokken zijn.

Kijk voor meer informatie en contactgegevens op de website van Sociale Voedseltuinen.